De meeste Nederlanders gaan er komend jaar op vooruit, mede dankzij de op de valreep doorgevoerde lastenverlichting. De kinderopvangtoeslag gaat omhoog. Maar voor ouderen vervalt de extra korting op de vermogensbelasting. Dit verandert er fiscaal voor huishoudens in 2016.

Volgens recente berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) hebben de meeste mensen komend jaar wat meer te besteden. Dit is onder andere te danken aan een verlaging van de tarieven in de middelste twee schijven van de inkomstenbelasting en een verlenging van de derde schijf.

Ouders profiteren van een hogere kinderopvangtoeslag en kinderbijslag. Maar voor vermogende ouderen ziet het er somberder uit, nu de ouderentoeslag vervalt. Dit zijn de belangrijkste veranderingen voor het komende jaar.

Belastingtarieven omlaag

Meer dan 90 procent van de huishoudens gaat er komend jaar op vooruit, zo becijferde het Centraal Planbureau (CPB) onlangs. Gemiddeld hebben we bijna 800 euro meer te besteden. De gemiddelde koopkracht stijgt met 1,8 procent.

Werknemers profiteren van de lastenverlichting. En ontvangers van een bijstandsuitkering en AOW houden iets meer over dankzij de indexatie van uitkeringen en de verhoging van de ouderenkorting. Alleen ouderen met een aanvullend pensioen gaan er iets op achteruit.

Belastingschijven opgerekt

In box 1 (inkomen uit werk en woning) veranderen komend jaar zowel de tarieven als de bedragen van de schijven. Het tarief voor de eerste schijf stijgt licht naar 36,55 procent (nu nog 36,5 procent), maar deze schijf wordt wel met honderd euro opgerekt, naar 19.922 euro.

Het tarief in de tweede en derde schijf gaat omlaag naar 40,4 procent (nu nog 42 procent). Ook deze schijven worden ruimer: de grens van de derde schijf ligt komend jaar op 66.421 euro, tegen 57.585 euro nu. Het tarief in de vierde schijf blijft 52 procent.

Voor AOW-ers neemt het tarief in de eerste schijf eveneens licht toe, maar dalen de tarieven in de tweede en derde schijf, naar respectievelijk 22,5 en 40,40 procent.

De tarieven in box 2 (inkomen uit een aanmerkelijk belang) en box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) blijven gelijk.

Vermogensbelasting: hogere vrijstelling

Over je vermogen, zoals spaargeld, beleggingen en een vakantiehuisje, ben je 1,2 procent vermogensbelasting verschuldigd. Er geldt wel een vrijstelling. Deze gaat komend jaar omhoog naar 24.437 euro (nu nog 21.330 euro).

Groene beleggingen zijn vrijgesteld tot in totaal maximaal 57.213 euro, of het dubbele voor fiscaal partners.

De vrijstelling voor een uitvaartverzekering of een andere overlijdensrisicoverzekering in box 3 gaat iets omhoog, naar 6.956 euro. Voor bankspaaroplossingen voor een uitvaart vervalt de vrijstelling vanaf 1 januari.

Ouderentoeslag vermogen vervalt

De ouderentoeslag (een extra verhoging van het heffingvrij vermogen) vervalt per 1 januari. Ouderen gaan hierdoor over hun spaargeld en vermogen evenveel belasting betalen als anderen. Deze maatregel kan ook invloed hebben op toeslagen, zoals de zorg- en huurtoeslag.

Heffingskortingen: vooral lagere inkomens profiteren

Heffingskortingen zijn kortingen op de belasting die je bent verschuldigd. Hoe hoger de korting, hoe minder belasting je hoeft te betalen.

De algemene inkomensafhankelijke heffingskorting gaat omhoog voor mensen met een inkomen van 19.922 euro of lager. Verdien je meer, dan wordt deze heffingskorting steeds lager. Bij inkomens van 66.417 euro is deze teruggebracht tot nul.

De maximale arbeidskorting voor lagere inkomens gaat omhoog naar 3.103 euro. Hierdoor wordt werken voor lagere inkomens meer lonend. Voor inkomens vanaf 34.015 euro gaat de korting steeds verder omlaag, tot nul euro voor inkomens vanaf 111.590 euro.

De inkomensafhankelijke combinatiekorting gaat omhoog van maximaal 2.152 euro naar 2.769 euro.

Vanaf 1 januari vervalt de tijdelijke heffingskorting vroeg-gepensioneerden.

Verder kun je komend jaar pas vanaf 62 jaar in aanmerking komen voor de werkbonus. Dat is een jaar later dan nu.

Kinderopvangtoeslag: werkende ouders krijgen meer

Werkende ouders krijgen komend jaar meer kinderopvangtoeslag. Dit komt vooral omdat de toeslagpercentages voor het eerste en tweede kind voor bijna iedereen met 5,8 procent omhoog gaan.

De allerhoogste toeslagpercentages, voor ouders met een laag inkomen, zijn wel afgetopt, op respectievelijk 93 procent (voor het eerste kind) en 94 procent (voor het tweede en volgende kind). Het kabinet vindt het namelijk belangrijk dat alle ouders een bijdrage blijven leveren aan de opvang van hun kind.

Daarnaast gaat de maximum uurprijs (het door de overheid bepaalde uurtarief waarover de Belastingdienst kinderopvangtoeslag uitkeert) iets omhoog. Komend jaar bedraagt dit tarief 6,89 euro per uur voor opvang in het kinderdagverblijf. Voor buitenschoolse opvang wordt het uurtarief 6,42 euro. En voor gastouderopvang komt het bedrag uit op 5,52, voor zowel dagopvang als buitenschoolse opvang.

Je hebt per kind in totaal recht op maximaal 230 uur kinderopvangtoeslag per maand. Heb je meer kinderen die kinderopvang genieten, dan krijg je voor het kind met de meeste opvanguren de laagste vergoeding.

Hoeveel jij komend jaar extra ontvangt, hangt af van je inkomen. Vergeet met het oog op de verhoging niet de actuele uurtarieven die je betaalt tijdig door te geven aan de Belastingdienst.

Kinderbijslag: mogelijk kleine stijging

De kinderbijslag is jarenlang niet geïndexeerd, maar er liggen nu plannen om het bedrag komend jaar iets te verhogen.

Als deze doorgaan, ontvang je vanaf 31 maart voor elk kind van 0 tot en met 5 jaar 197,67 euro per kwartaal (nu nog 191,65 euro). Voor een kind tussen de 6 en 12 jaar gaat het bedrag omhoog naar 240,03 euro (tegen 232,71 euro nu) en voor kinderen van 12 tot en met 17 jaar naar 240,03 euro (tegen 273,78 euro nu).

Kindgebonden budget

De bedragen voor het kindgebonden worden vanaf het tweede kind verhoogd: voor het tweede kind met 33 euro, voor het derde kind met 100 euro en voor het vierde kind met 177 euro. De bedragen zijn hierdoor voortaan gelijk vanaf het derde kind.

Giften: let op aftrekdrempel

Wie geld doneert aan een goed doel, kan een deel van dit bedrag aftrekken, mits het totale bedrag aan giften hoger is dan 1 procent van het verzamelinkomen (de totale inkomsten van jou en je partner, min eventuele aftrekposten), met een minimum van 60 euro. Elke euro boven deze grens is aftrekbaar. De bovengenoemde drempel geldt niet voor periodieke giften die minimaal vijf jaar worden gedaan.

AOW-leeftijd omhoog

De AOW-leeftijd gaat verder omhoog. Na de jaarwisseling stijgt deze met twee maanden naar 65 jaar en zes maanden.

Pensioenen: niet waardevast

Komend jaar zullen naar verwachting wederom veel aanvullende pensioenen niet of nauwelijks worden geïndexeerd. Salarisdienstverlener ADP becijferde onlangs dat mensen met een aanvullend pensioen er netto op achteruit zullen gaan, variërend van 3,50 euro per maand voor mensen met een aanvullend pensioen van 500 euro tot 11,47 euro voor ouderen met een aanvullend pensioen van 1.650 euro per maand.

De belangrijkste reden is een stijging van de bijdrage voor de Zorgverzekeringswet, van 4,85 procent naar 5,50 procent. Ook de lichte stijging van de belasting in de eerste schijf draagt hieraan bij.

Schenken: vrijstelling voor woning ruim halve ton

Ouders mogen komend jaar 5.304 euro belastingvrij schenken aan hun kinderen. Voor overige schenkingen geldt een vrijstelling van 2.122 euro.

Daarnaast mogen ouders aan hun kind eenmalig een hoger bedrag belastingvrij schenken, voor kinderen in de leeftijd tussen de 18 en 40 jaar. Deze vrijstelling bedraagt komend jaar 25.449 euro.

Wordt het bedrag aangewend voor een eigen woning  of een dure studie, dan kan onder voorwaarden gebruik worden gemaakt van een hogere eenmalige vrijstelling. Over 2016 bedraagt deze 53.016 euro. Bij de eigen woning mag het gaan om financiering van de aankoop, aflossingen, onderhoud of afkoop van erfpachtcanon. Voor de studie geldt als voorwaarde dat deze minimaal 20.000 euro per jaar moet kosten,  exclusief levensonderhoud. Ook bij deze vrijstelling geldt een leeftijdsgrens van 40 jaar voor het ontvangende kind.

Voor de definitieve terugkeer van de eenmalige schenkingsvrijstelling van 100.000 euro ten behoeve van een eigen woning, moet je nog even geduld hebben: deze gaat pas in op 1 januari 2017.

Erven: iets ruimere vrijstelling

Ontvang je een erfenis, dan geldt eveneens een vrijstelling. Deze gaat in januari iets omhoog, naar 636.180 euro voor partners, 20.148 euro voor kinderen en kleinkinderen, 47.715 euro voor ouders en 2.122 euro voor overige erfgenamen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl